Het van Loo orgel in de Hervormde Kerk te Dedemsvaart
Bonne Berends en Liebegien Kreuzen zijn de schenkers van het orgel. Hun beider naam is sinds 1870 verbonden met het orgel in de hervormde kerk te Dedemsvaart. In 1818 trouwde de 33-jarige Bonne Berends, geb. 1784 afkomstig uit het Drentse Annerveen, met de Hoogeveense Liebegien Arends Kreuzen. Bonne Berends was grondwerker. Hij kon in Hoogeveen ploegbaas worden. In de nieuwe veenkolonie Dedemsvaart was veel graafwerk was te verrichten en daarom zijn Bonne en Liebegien naar Dedemsvaart verhuisd. Van grondwerker heeft Bonne Berends zich geleidelijk aan kunnen opwerken tot vervener. Hij had ook nog een boerderij en later een winkel annex cafézaal.
Bij de ingebruikname van de hervormde kerk te Dedemsvaart in 1834 werd hij – 49 jaar oud – ouderling. Dat het Bonne Berends goed ging was duidelijk te merken in 1864, hij werd toen 80 jaar. Het lag in de bedoeling een groot bedrag te schenken aan de hervormde gemeente tot oprichting van een diaconie-, armen- en weeshuis. Er waren echter voorwaarden aan deze gift verbonden die voor de hervormde gemeente van dien aard waren dat ze niet kon worden geaccepteerd. Het ging dus niet door.
Enige jaren later, in 1868, waren Bonne Berends en Liebegien Kreuzen 50 jaar getrouwd. Bij deze gelegenheid schonken zij aan de hervormde kerk een orgel, compleet met orgelgalerij. Hieraan waren geen voorwaarden verbonden. Van te voren werd door de zonen van Bonne Berends contact gezocht met de Zwolse orgelbouwer Jan van Loo die kort ervoor – in 1867 – een fraai orgel in de kerk van Oud-Avereest had geplaatst. In augustus 1868 stuurde Van Loo per brief een antwoord aan de Weledele heren Berends te Dedemsvaart.
De inscriptie op de koperen plaat van 30 x 20 cm. aan de zijkant is:
Het orgel in de hervormde kerk te
DEDEMSVAART
is als geschenk de gemeente aangeboden door
BONNE BERENDS
en echtgenote
LIEBEGIEN KREUZEN
ter gedachtenis aan hun
vijftigjarig huwelijksvereniging
12 september 1868
Het orgel is gebouwd door J. van Loo te Zwolle
en in gebruik genomen 30 maart 1870
De totale kosten waren f 5.840, – (N.B. De restauratie anno 1996 was f 400.000, -).
Op 30 maart 1870 werd het orgel ingewijd. Bonne Berends heeft deze inwijding niet meegemaakt. Twee dagen later, op 1 april 1870, is hij overleden.
De dispositie bij oplevering 1870:
Twee klavieren met aangehangen pedaal.
Manuaal II Manuaal II
Prestant 8’ Prestant 8’
Bourdon 16’ Gedekt 8’
Holpijp 8’ Viola di Gamba 8’
Octaaf 4’ Fluit 4’
Openfluit 4’ Vox Humana 8’
Octaaf 2’ Clarinet 8’
Mixtuur III-IV sterk Octaaf 2’
Cornet V sterk
Fagot 16’
Trompet 8’
Restauraties aan het van Loo-orgel:
1909 – M. Maarschalkerweerd uit Utrecht.
1930 – G. van Leeuwen uit Leiderdorp, plaatsen van een elektrische windlade
1938 – G. van Leeuwen uit Leiderdorp, herstellingen en wijzigingen
1954 – G. van Leeuwen uit Leiderdorp, herstellingen en wijzigingen, zie plaatje boven het 2e klavier
1970 – fa. Verschueren uit Heythuyzen, nieuwe pedaallade voor 5 stemmen, 2 stemmen in gebruik
1996 – fa. Verschueren uit Heythuyzen, restauratie naar oorspronkelijk voorbeeld van Loo
De laatste restauratie was bedoeld om zo dicht mogelijk terug te gaan naar de oorspronkelijke bouw door Jan van Loo, daar het resultaat van de diverse restauraties niet bevredigend waren ten opzichte van de oorsprong en door bestudering van van Loo-orgels en van Oeckelen-orgels werd besloten tot een grote restauratie, echter met een aantal wijzigingen.
Het vrije pedaal uit 1970 bleef gehandhaafd samen met enkele koppels, wel enigszins aangepast.
In diverse registers zijn pijpen vervangen door oude pijpen uit orgels van van Oeckelen en enkelen zijn vernieuwd door Verschueren.
Huidige dispositie:
Hoofdwerk Bovenwerk Pedaal
Prestant 8’ – 1870 Prestant 8’ – 1870 Subbas 16’
Cornet V Gedekt 8’ – 1870 Octaafbas 8’
Bourdon 16’ – 1870 Viola di Gamba 8’
Holpijp 8’ – 1870 Fluit 4’ – 1870
Fluit 4’ – 1870 Octaaf 4’
Octaaf 2’ – 1870 Woudfluit 2’
Octaaf 4’ – 1870 Clarinet 8’
Mixtuur III-IV – 1870 – a
Fagot 16’ – 1870 – a
Trompet 8’
a = deels 1870
Koppels: pedaal – hoofdwerk
pedaal – bovenwerk
Manuaalkoppel, gedeeld in bas/discant – 1870
Tremulant op het bovenwerk
Het orgel heeft een monumentale status gekregen evenals het kerkgebouw, een monument in een monument.